Een kiem in 1904 geboren
I
BACILLVM VIRIDE VOLTV VIVAX PVELLVS
Een kiem in 1904 geboren, een ventje dat er levenskrachtig uitzag
Robrecht Stock werd in 1904 geboren maar hij laat zijn geschiedenis beginnen in 1827 met de geboorte van zijn grootmoeder Rosalie Keirse. Zij heeft zich opgewerkt van een arm kind tot een welstellende zakenvrouw. De materiële basis voor de opgang van het geslacht werd door haar gelegd. De volgende generatie van zijn ouders Pharaïlde Laureyns en Alexander Stock, zette een beslissende stap in de richting van geestelijke ontvoogding. Zij studeerden. Hun zoon werd hoofdinspecteur van het katholiek onderwijs in het bisdom Brugge. IJverde voor de democratisering van het secundair onderwijs en de expansie van het hoger onderwijs, stichtte de Cultuurbibliotheek en schonk het grootste deel van het familievermogen aan de Vlaamse Leergangen in Leuven. Hij zag zijn eigen geschiedenis graag exemplarisch voor de evolutie van het Vlaamse volk.
Zijn leven lang bleef hij gefascineerd door zijn grootmoeder van moeders kant. "Een foto van haar als meer dan vijftigjarige hangt op mijn slaapkamer. Het gebeurt dat ik ze enkele ogenblikken bekijk. ... Haar gelaat is vol; het spreekt van wilskracht en beslistheid. ... Fier, onafhankelijk zichzelf, - misschien lichtjes uitdagend?" Rosalie Keirse heeft zich opgewerkt van leurster die vijftig stuivers moest lenen om te starten, tot zakenvrouw die boter verkocht in Londen en elke maand in goudfranken werd uitbetaald in Oostende. Over Leonard Laureyns zijn grootvader heeft hij niet veel te vertellen. Rosalie bestuurt het huis en de handel en stuurt de twee dochters Maria en Pharaïlde naar het pensionaat in Ruiselede om frans te leren. Ze leren er bovendien E.H. Gustaaf Flamen kennen die er zijn toneelstuk Machteld de Flandre opvoert en Pharaïlde speelt de rol van "Isabelle, soeur de Jan Breidel". Het programma van het feest is bewaard gebleven. Al sprak de kanunnik steeds met waardering over zijn vader en hemelde hij zijn kwaliteiten als leraar op, zijn verering ging duidelijk naar zijn moeder. Pharaïlde trouwde eigenzinnig met Alexander, een onderwijzer. Het was niet de eerste keuze van Rosalie. Onder een foto van zijn moeder in 1946 schrijft de kanunnik: " De jonge zakenvrouw van aan de vaartdijk. Vijftig jaar later nog altijd even dynamisch". Ze overleed in 1956. Na het overlijden van zijn vader en zijn benoeming in Brugge (1939), woonde hij bij zijn moeder in Assebroek. In 1957 werd hij inspecteur en begon een nieuw leven.
Hij sprak veel over zijn gelukkige jeugd in de streek rond het SintPietersveld. De mensen waren er eerlijk, werkten hard en waren verstandig. Hoe ouder hij werd hoe meer hij zijn jeugd en streek idealiseerde. Hij woonde in het schooltje en kreeg les van zijn vader. Er was maar één klas. De jongens werden ingedeeld in werkgroepen. "Wie flink vorderde kon in de loop van het schooljaar naar een hogere werkgroep opklimmen. Vermits we bij het binnenkomen in de jongensschool al konden lezen, schrijven en rekenen, waren er maar weinig die zes volle jaren deden over die complete lagere school." Robrecht deed het in drie jaar en mocht zich dan nog twee jaar "amuseren met rekenen en wiskunde uit vaders eigen boeken." Zijn secundair onderwijs verliep door de oorlog nogal gevarieerd: het Sint-Jozefcollege in Tielt, het Jezuïetencollege in Turnhout en het Sint-Lodewijkscollege in Brugge.
Op 5 oktober 1918 stierf zijn zus Maria op zestienjarige leeftijd. Ze ligt begraven op het kerkhof van Sint-Pietersveld achter het Veldkapelleke.